De indirect gestuurde overdrukklep
De indirect gestuurde overdrukklep wordt toegepast in systemen met grotere volumestromen waar een direct gestuurde overdrukklep niet meer toepasbaar is. De klep wordt direct op de persleiding na de pomp aangesloten en heeft tot taak om de druk in het systeem op een bepaalde waarde te begrenzen.
Werking:de voorstuurklep is afgesteld op 150 bar. Onder de hoofdklep en boven de hoofdklep van de overdrukklep werkt nu dezelfde druk, bijvoorbeeld 100 bar (wordt bepaald door de belasting op de hydromotor). Aan de bovenzijde werkt bovendien de veerdruk (circa 1 tot 5 bar) zodat de hoofdklep gesloten blijft. Zolang de druk voor de hydromotor niet boven de met de voorstuurklep ingestelde druk uitkomt, blijven de voorstuurklep en de hoofdklep gesloten en draait de hydromotor het gewenste toerental. Zodra de hydromotor overbelast raakt loopt de druk boven en onder de hoofdklep op tot boven de ingestelde waarde: vanaf dat moment kan de druk boven de hoofdklep niet verder oplopen. De pomp kan echter zijn opbrengst niet kwijt via de kleine smoring in het omloopkanaal: de druk onder de hoofdklep zal daardoor nog iets oplopen totdat de veerdruk op de hoofdklep wordt overwonnen. Vanaf dat moment wordt het overgrote deel van de pompopbrengst afgevoerd via de hoofdklep.